VERSTANDELIJK GEhandicapTEN IN NEDERLAND:
EEN HISTORISCHE SCHETS

Bron RVU educatieve omroep

Lang geleden...

Verstandelijk gehandicapten vormden eeuwenlang geen aparte categorie. Zij behoorden tot de grote groep zwakkeren van geest, levend in de marge van de maatschappij. Pas in de 17e eeuw, met het opkomen van de burgerlijke moraal en het kapitalisme, werden mensen die van de norm afweken apart behandeld.

We laten de geschiedenis van de zwakzinnigen en zwakzinnigenzorg beginnen rond 1900. Voor die tijd bestond de term zwakzinnig niet (zie kader). Wel waren er zotten, onnozele, dwazen en idioten. Daar hoorden ook de geesteszieken bij.

De zotten in die tijd hadden een heel andere rol in de samenleving: zij waren anders, niet minder. Namen volop deel aan het alledaagse leven. De nar was de zot van de Middeleeuwen en Renaissance. Het was een geliefd en populair figuur 'die de koning en het volk een spiegel voorhield door hen telkens op humoristische wijze te confronteren met hun eigen gedrag'. Later veranderde dit beeld en werden de geboren zotten figuren met gebreken, onzelfstandig en zonder verstand.

Tot ± 1900 waren er geen 'gestichten' speciaal voor zwakzinnigen. Zij werden opgevangen bij familie, in kostgezinnen en kloosters. Later kwamen zij dikwijls terecht in dolhuizen, armenhuizen, zelfs in weeshuizen, leprozen- en pesthuizen. De opvang was gericht op verzorging, niet op genezing. Idioten waren onverbeterbaar.

 

Benaming

Rond 1900 ontstond de term 'zwakzinnigen'. Tot ver in de 20e eeuw is dit de benaming voor de groep mensen die daarvóór zotten en dwazen werden genoemd. 'Zwakzinnigen', later ook wel 'oligofreen' genoemd, is een verzamelnaam voor idioten, debielen en imbecielen. Mensen met een IQ onder de 70 werden tot deze groep gerekend.

Sinds begin jaren negentig geldt de benaming zwakzinnige als achterhaald en incorrect. Zwakzinnig wordt door velen als een scheldwoord gezien. Net zoals idioot, debiel en imbeciel, woorden die nog regelmatig gebruikt worden. Geestelijk gehandicapt en verstandelijk gehandicapt passeerden de revue, Inmiddels spreken we over 'mensen met een verstandelijke handicap'. Of 'mensen met een verstandelijke handicap'. Ook heeft men het wel over 'mensen met mogelijkheden'.

Het blijft een beetje tobben met de benaming. 'Mensen met mogelijkheden' impliceert dat er ook mensen zonder mogelijkheden bestaan. 'Mensen met een verstandelijke handicap' (of handicap) is een hele mond vol. Maar lijkt vooralsnog de minste weerstand op te roepen. In deze historische schets wordt de term zwakzinnig gebruikt tot het moment dat er nog geen andere benaming bestond.

 

Definiëring
Eeuwenlang werden zotten, narren en onnozelen niet gedefinieerd. In de achttiende eeuw werden idioten aangeduid als menselijke wezens met een verstand 'kleiner dan dat van dieren'. Na de oorlog werd zwakzinnigheid gemeten met een intelligentie(IQ)-test. Een IQ onder de 70 (later 80) betekende: zwakzinnig.

In de jaren zestig en zeventig luidde de definitie: 'Zwakzinnigheid verwijst naar een beneden gemiddeld functioneren van de algemene intelligentie, ontstaan gedurende de ontwikkelingsperiode en samenhangend met handicapen in het aanpassingsvermogen'.

In 1992 werd een nieuwe definitie opgesteld: 'Verstandelijke handicap verwijst naar substantiële handicapen in het huidige functioneren en wordt gekenmerkt door een significant beneden gemiddeld intellectueel functioneren dat gelijktijdig bestaat met daarmee samenhangende handicapen in twee of meer van de volgende van toepassing zijnde adaptieve vaardigheidsgebieden: communicatie, zelfredzaamheid, wonen, sociale vaardigheden, gebruik maken van de samenleving, zelfbepaling, gezondheid en veiligheid, functionele schoolse vaardigheden, ontspanning en werken. De verstandelijke handicap komt voor het achttiende levensjaar tot uiting.' Deze nieuwe definitie ontstond mede in het kader van het streven naar maatschappelijke integratie van mensen met een verstandelijke handicap. Het maakt duidelijk dat een verstandelijke handcicap geen absolute, op zich staande, maar een relatieve, omgevingsbepaalde eigenschap is.

Voor deze historische schets is o.a gebruik gemaakt van onderstaande literatuur:
  • Beltman, H., 'Een schets van de Nederlandse verstandelijk gehandicaptenzorg 1945-2000', Bohn Stafleu Van Loghum 2001
  • Jak, Th., 'Armen van Geest'. Hoofdstukken uit de geschiedenis van de Nederlandse zwakzinnigenzorg (proefschrift, Amsterdam 1988)
  • Mans, I., 'Zin der Zotheid', Bert Bakker 1998
  • Pelt, G. van: 'De instelling voor verstandelijk gehandicapten'. Elsevier/De Tijdstroom 1997

 

Klik hier voor het vervolg