Een ochtend
in Middelburg. In de bakkerij werken
twaalf verstandelijk gehandicapten.
Maartje smeert met haar ene, niet verlamde, hand de bakplaten in. Kasoya, doof en
slechtziend, snijdt met een groot mes plakken deeg af.
Carolien, in rolstoel, legt die plakken op de bakplaat.
Willemien strooit tenslotte de suiker op de zoete vlinders.
Aan een andere metalen tafel klutst Benno eieren.
'Ik ben ammehoela's aan het maken.' 'Nee, joh,' giechelt Lydian, 'dat zijn
abricola's.' Zorgmedewerker Jolanda van Steenkisten zegt tegen Benno dat hij vandaag
een beetje zuinig is met de spijs.
'Maar je hebt ze wel heel mooi gemaakt.' Om een uur of vier ruimt iedereen alles
op. Maartje maakt de tafels schoon.
'Ik ga vrijdag naar huis, naar mijn familie in Temeuzen.'Ze woont met vier
anderen in een eengezinswoning in Middelburg. 'Ik heb een mooie kamer met een nieuwe televisie.
Het is er stikgezellig.' Maartje heeft lang in de paviljoens gewoond.
'Maar dat is heel, heel lang geleden.'
Jolanda
van Steenkisten werkt vijfentwintig jaar bij Arduin. De eerste achttien jaar als Z-verpleegkundige, daarna samen met
een professionele bakker op de bakkerij.
'Dit is veel leuker. Hier ben
je pas echt met de mensen bezig. je kunt ze heel veel leren, als je maar veel uitlegt
en herhaalt en steeds een stapje terug doet. Dan kunnen ze het uiteindelijk zelf doen.
Vroeger zeiden we: je moet dit of dat doen.
Nu draaien we het om: wat wil jij?
We moeten vandaag zes appeltaarten en vijfendertig kaasflappen maken.
Kies maar.' jolanda zegt dat ze mensen ziet groeien. 'Ze zijn door dit werk volwassener geworden.
Ik denk zelfs dat ze gelukkiger zijn.
Ze zijn trots als klanten complimenten geven.
Dat is goed voor hun zelfvertrouwen.'