Bron: RVU educatieve omroep (Deel 2 Voorzieningen)

 
Stelling: "ALLE INSTELLINGEN VOOR VERSTANDELIJK GEhandicapTEN MOETEN DICHT"

voorstanders

De stelling gaat niet ver genoeg. Het zou moeten zijn 'Instellingen voor gehandicapten staan op gespannen voet met de rechten van de mens'
Alles wordt voor gehandicapten beslist en er is sprake van apartheid. Instellingen staan voor kneveling en misbruik (70%). Dat misbruik komt niet uit rapporten, dat is een kwestie van waarneming. Iedereen moet terug naar de samenleving: de samenleving moet zich aanpassen aan de gehandicapten, niet andersom. Ook zwaar gehandicapten moeten het levensritme kennen van weer thuis komen.
Piet van den Beemt, directeur stichting Arduin

Iedereen heeft recht om deel te nemen aan de samenleving. We moeten mensen niet langer segregeren.
Er moet een omslag worden gemaakt in het denken over de gehandicaptenzorg. Niet alleen de professionele hulpverleners alles laten bepalen, maar ondersteunend personeel moet helpen bij het opbouwen van sociale netwerken. Er moet in de richting van de vraag gedacht worden, niet van het aanbod. Er zijn speciale scholen, werkplaatsen en woonplekken en we delen mensen voortdurend in groepen in. Nederland is volledig gesegregeerd en dat is achterhaald. Het is niet goed een mens van kinds af aan naar 'die andere school' te sturen, buiten het dorp.
Mario Nossin, Stichting Perspektief

Zo'n 30.000 mensen wonen in een instelling met een hek eromheen, dat is funest voor hun ontwikkeling
We moeten streven naar de ontmanteling van instellingen. Het systeem is te veel gericht op zorg en te veel afgesloten van de samenleving. Bovendien is het erg hiërarchisch. Deelnemen aan de samenleving is de beste optie voor gehandicapten en ja, dan moet de samenleving zich maar aanpassen. Laat zij het netwerk bieden rondom de gehandicapte in het rijtjeshuis, die verantwoordelijkheid moeten we dragen. Je kunt ze niet zomaar op zichzelf wegzetten in een wijk. Het bouwen van kleinere instellingen of eenheden, 'deconcentratie', is schijnintegratie. Het blijft hetzelfde terrein met dat hek eromheen.
Prof Ad van Gennep, hoogleraar orthopedadogiek Universiteit Maastricht

Gehandicapten worden nog steeds veel te klein gehouden
Ze moeten serieuzer genomen worden. Laten we eens onderzoek doen naar de kwaliteit van leven van gehandicapten: er is een gebrek aan informatie, privacy en zelfstandigheid, dat is een probleem. Vreselijk dat ze nog steeds alleen met een briefje van de leiding naar buiten mogen om geld te pinnen.
Willem Westveer, directeur Onderling Sterk

Het onderwijs hoeft geen probleem te zijn...
Een belangrijk aspect van integratie is onderwijs. Ik heb een meisje met het syndroom van Down in groep 3, dat gaat prima. Ieder kind moet op z'n eigen niveau les krijgen (zo ook hoogbegaafde kinderen), dus er is ruimte voor verstandelijk gehandicapten op de reguliere scholen. Wanneer het ontwikkelingsniveau te ver achter gaat lopen, moet je echter zo reëel zijn de ouders te adviseren de kinderen naar speciaal onderwijs te sturen.
(Irma Smids, onderwijzeres in Kwintsheul)

 

 

Themamaand

 

 

 

 

Het midden

Opeens niet meer kunnen fietsen...
"Er moet respect zijn voor mensen die in de instelling willen blijven wonen, conform de door de overheid zo gewenste keuzevrijheid voor verstandelijk gehandicapten. De vermaledijde instituten in de bossen met hun hoge hekken geven sommige zwaardere gehandicapten juist veel vrijheid. Wie nu opeens niet meer kan fietsen omdat de openbare weg te gevaarlijk is, gaat er toch op achteruit".
Onderzoeker Els Overkamp, auteur van het proefschrift 'Instellingen nemen de wijk', Universiteit Twente)

 

De filosofie is goed...
"De ontmanteling van de grote instituten is onomkeerbaar. Er is geen instituut dat niet al in meer of mindere mate aan de omslag meedoet. Dat is op zichzelf een goede zaak. Het nadeel van grote instituten is dat voor de patiënten de uitdaging ontbreekt. Verstandelijk gehandicapten gaan boven hun niveau presteren als ze andere prikkels krijgen. Maar sommigen kunnen die prikkels niet goed aan. Daarom hebben mensen die tegen community care protesteren deels gelijk. De filosofie is goed. Maar de uitwerking is niet toegerust op wat verstandelijk gehandicapten aankunnen"
Adri Vermeer, hoogleraar gehandicaptenzorg Utrecht

 


tegenstanders

Er is helemaal geen sprake van een zorgende gemeenschap
Het streven naar integratie in de samenleving wordt aangeprezen met de term community care. Het klinkt mooi: zorg door de gemeenschap. Maar het blijkt in de praktijk zelden te betekenen dat de gemeenschap ook daadwerkelijk zorgt. Community care houdt veelal in dat lokale of regionale instellingen en voorzieningen de verantwoordelijkheid en financiering van zorg en hulpverlening overnemen. Kijkt men echter naar de mensen, die bij het leven van verstandelijk gehandicapten betrokken zijn, dan blijkt het nog steeds om professionals en directe familieleden te gaan. Er is dus helemaal geen sprake van een zorgende gemeenschap. De ontwikkeling van community care is tot dusver dan ook vooral een financiële, een administratieve en géén sociale en culturele aangelegenheid.
J.S. Reinders, hoogleraar ethiek aan de VU, Amsterdam

Ze zeggen dat de gehandicapte dezelfde rechten moet hebben als wij, maar de gehandicapte heeft ook recht op de zorg die ze nodig heeft
Voor zware gehandicapten kan in community care een verschraling van het bestaan ontstaan. In een instelling is meer mobiliteit, gehandicapten krijgen cursussen, ze zijn als gelijken onder elkaar en er zijn mogelijkheden op het gebied van ontspanning. In de woonwijken daarentegen is nauwelijks integratie. Als er geen vrijwilligers zijn die iets met ze ondernemen, dan doet niemand het. Moet je niet de ethische vraag stellen "In welke mate doe je recht en onrecht aan de situatie van de gehandicapte"?
Mevrouw Breij-Turkenburg, vz. Oudervereniging Huize Ursula (waar haar gehandicapte dochter van 40 woont) en lid van de Verontruste Ouders
 

Het is niet reeel te denken dat een samenleving maakbaar is en zich aanpast aan gehandicapten. Die verantwoordelijkheid kun je daar ook niet neerleggen.
Gehandicapten die er toe in staat zijn moet je laten integeren, maar een groot deel is er niet bij gebaat. Mensen met een afwijking zijn voor velen afstotelijk. De kans dat ze worden gepest is daardoor groot. Kan de samenleving wel met deze groep omgaan? De vraag is of de bewoners het zelf willen. En kunnen, want sommigen zijn zo onaangepast, agressief of zwaar gehandicapt... Dat is financieel bovendien ook niet haalbaar. Doen we deze mensen wel een plezier? Leggen we ze niet onze eigen moraliteit op?
(Fop Wassenaar, 28 jaar directeur van Nieuw Woelwijck (dorpsgemeenschap voor verstandelijk gehandicapten)

Ballon

Het is niet een kwestie van 'even' integreren...
Op zich is het een goed streven om zoveel mogelijk te integreren, maar het is niet haalbaar voor iedereen. Als mensen de instelling niet willen/kunnen verlaten, moet je dat respecteren. Het is ook niet makkelijk om voor al die mensen geschikte woonruimte te vinden, aan een drukke straat kun je weinig. En het kost natuurlijk gewoon veel geld. De slinger is een beetje doorgeslagen, er zijn mensen die zich diep ongelukkig voelen als ze geïntegreerd wonen. In het onderwijs is het al helemaal niet haalbaar. Dit gaat ten koste van iets of iemand anders: scholen zitten al met een zware druk, met volle klassen. Dus de weerstand die tegen dit idee naar voren komt, is begrijpelijk.
(Hans Voogd, directeur Siza in Arnhem)

De maatschappij is te druk met zichzelf...
Ik heb weinig geloof in integratie van gehandicapten in de gewone woonwijk. Ik denk niet dat de samenleving er ooit klaar voor zal zijn om met gehandicapten om te gaan, mensen hebben het veel te druk met hun werk en eigen leven om zich met integratie bezig te houden.
Christa Nolten, directeur Overkempe in Olst

Mensen die niet in staat zijn zelfstandig beslissingen te nemen, kunnen niet 'normaal' verklaard worden door ze in een rijtjeshuis te stoppen
Onze verstandelijk gehandicapte en autistische zoon (bijna 18 jaar) woont, zeer tot zijn en onze tevredenheid, sinds drie jaar in Nieuw Woelwijck, een dorpsgemeenschap voor verstandelijk gehandicapten in Sappemeer (Oost-Groningen), een instelling dus. De overgang vanuit de 'gewone' leefomgeving (rijtjeshuis) naar deze beschermde vorm van wonen heeft hem heel erg goed gedaan. We zien nog steeds veel vooruitgang, hij is door alle activiteiten die daar ondernomen worden minder in zichzelf opgesloten en vertoont minder paniekerig en obsessief gedrag. Met groot enthousiasme doet hij zelfstandig allerlei karweitjes, gaat een paar uur per dag naar school en onderneemt veel samen met anderen, in een groep van 9 jong-volwassenen met een dagelijkse leiding van 2 tot 3 personen. Thuis was dit alles veel lastiger te organiseren. Er wonen in Nieuw Woelwijck bijna 400 mensen. Voor de meeste van hen geldt wat voor onze zoon opgaat: dat juist de combinatie van continuïteit (veiligheid) en toch nieuwe dingen doen (flexibiliteit) in een goede verhouding wordt aangeboden. Ik betwijfel of dat ook gerealiseerd kan worden in een 'zelfstandig', 'geïndividualiseerd' bestaan in een rijtjeshuis. Voor sommige gehandicapten zal dat zeker wel opgaan, geen twijfel mogelijk. Maar om alle verstandelijk gehandicapten over diezelfde kam te scheren, gaat mij veel te ver. Juist de combinatie van professionaliteit en zorg van de dagelijkse leiding is belangrijk voor een grote groep gehandicapten. Woorden als 'afhankelijkheid' en 'gestructureerd' krijgen momenteel in de gehandicaptenzorg een negatieve lading, terwijl 'decentralisatie' en 'individualisering' als positief worden gekenschetst. Er is iets mis met deze normatieve lading. Mensen die niet in staat zijn zelfstandig beslissingen te nemen, kunnen niet 'normaal' verklaard worden door ze in een rijtjeshuis te stoppen. Juist de gemeenschappelijkheid en de solidariteit in de onderlinge verhoudingen van een dorp als Nieuw Woelwijck blijven belangrijk om ook verstandelijk gehandicapten gelukkige mensen te laten zijn.
Carla Alma, ingezonden brief NRC 20-01-2000