Leren kennen


Bron: website Arduin www.arduin.nl

Om in te vullen voor een levensverhaal.

Dit ben ik!

Tien vragen om je cliënt beter te leren kennen

  1. Wat voor een leven leidde de cliënt voor hij bij jou kwam? Denk aan werk, gezin, het sociale leven en vrijetijdsbesteding. Wanneer en met wie vonden deze bezigheden plaats? Waarmee hield de cliënt zichzelf bezig? Was hij een gezelschapsmens of juist meer op zichzelf?
  2. Welke gewoontes en vaste patronen hield de cliënt aan? Bijvoorbeeld bij de verzorging, het eten, bij bezigheden en voor het slapen gaan?
  3. Waarover praat de cliënt graag en waarover juist niet? Denk aan stokpaardjes, hobby's, levensgebeurtenissen, anekdotes et cetera. Wat vindt de cliënt plezierig en wat vindt hij vervelend? Wat bezorgt de cliënt een goed humeur? Waarom moet hij lachen? Heeft hij typerende grapjes? Waarop is hij trots?
  4. Waar put de cliënt moed uit? Wat geeft hem steun en hoe gaat hij om met tegenslagen?
  5. Waar draait het leven volgens deze cliënt om? Is dat cultuur, religie, politiek, milieu, levensbeschouwing, normen en waarden of levensprincipes?
  6. Hoe denkt hij over gezondheid, ziekte en dood, over medische behandeling en reanimatie? Denk ook aan onderwerpen als relaties, huwelijk, werk, geld, solidariteit, rijkdom en armoede, etiquette, persoonlijke verzorging en eten en drinken.
  7. Wat is kenmerkend voor de omgeving waarin de cliënt tot nu toe leefde? Met wat voor personen had hij te maken. Is hij een binnen - of een buitenmens? Welke levensstijl had de cliënt, welke rollen heeft hij vervuld in het leven?
  8. Hoe gaat de cliënt zelf om met anderen? Op welke omgang stelt hij prijs? Hoe wil hij aangesproken worden? Hoe verloopt bij hem het beslissen en overleggen over belangrijke (levens)kwesties: recht toe recht aan of via een omweg?
  9. Spreekt de cliënt over wat in hem omgaat? Zo ja, met wie, wanneer en hoe?
  10. Wat zijn aandachtspunten en behoeften omtrent intimiteit, lichamelijk contact en relaties (ook schaamte en schuld!)?

 Aandachtspunten

-Vul de lijst eerst zelf in! Zo krijg je, als je dat nog niet had, een beeld van wie je zelf eigenlijk bent.
-Deze vragenlijst geeft, nadat je hem hebt ingevuld, een indruk van de aandachtspunten bij de omgang
 met een cliënt. Het heeft zin om de vragen, als dat kan, met de cliënt zelf door te nemen. Eventueel
 kun je het daarna ook nog eens met familie of vrienden doen.
-Daar de vragen van persoonlijke aard zijn, is het belangrijk het gesprek in kalme sfeer in een vertrouwelijke omgeving te voeren. -Vraag na afname hoe de ander het gesprek heeft ervaren.
-Vaak zul je van cliënt en familie verschillende of zelfs tegenstrijdige informatie krijgen. Noteer beide versies.
-Als de cliënt en zijn familie niet staan te trappelen om je vragen te beantwoorden, dring dan niet aan.


     SPW3 SPW4 en MZ  Home