Aandachtspunten voor het begeleiden van zintuiglijk gehandicapten.
- benader de gehandicapte nooit onverwachts, laat
horen dat je eraan komt door het noemen
van een naam, door te zingen, geluid te maken, etc.
- houdt er rekening mee dat er in een leef - en woongroep
verschillende geluiden zijn die
de gehandicapten niet kunnen plaatsen. Benoem in dat geval het geluid en
vertel waar het
vandaan komt.
- zorg zowel binnen als buiten de groep voor een
extra veilige omgeving. Verander niet zomaar
de ruimte en verplaats geen meubilair
- laat de gehandicapten dingen betasten. Laat jezelf
ook betasten als je nieuw bent.
Zorg ervoor dat je herkenbaar blijft
- neem niet alles uit handen, stimuleer de bewoner zo veel als mogelijk zelf te doen
- houdt rekening met de handicap, stimuleer de andere zintuigen
SPW3 SPW4 en MZ Home