Bron:
titel:
visie en attitude (respectvolle bejegening van mensen met een verstandelijke
handicap)
auteur: Erik Bosch
1-Normalisatie:
Het normalisatieprincipe
houdt in dat aan mensen met een verstandelijke handicap leefpatronen en omstandigheden
van het alledaagse leven beschikbaar worden gesteld, die zo dicht
mogelijk liggen bij of dezelfde
zijn als de gewone omstandigheden en leefpatronen in de samenleving. Mensen met
een verstandelijke handicap moeten een leven kunnen leiden als ieder ander. Laten
we zo gewoon mogelijk doen en slechts speciaal waar dat nodig is.
2-Integratie:
Mensen met een
verstandelijke handicap hebben recht op een plaats in deze maatschappij en op een
zo gewoon mogelijke deelname aan het maatschappelijk proces.
3-Emancipatie:
Een geëmancipeerd
mens is een mondig mens. Mondig zijn houdt in dat je zelfstandig kunt beslissen,
handelen en oordelen, dat je een keuze kunt en mag maken en dat je keuzevrijheid
hebt. In een dergelijke situatie is zelfverantwoordelijke zelfbepaling gerealiseerd.
In feite heb je gelijke rechten. Je mening doet er toe. Het is een eigen mening,
de jouwe en daar wordt naar geluisterd, op een serieuze manier, een manier die jou
recht aan doet. Wanneer je op een dergelijke manier wordt bejegend
voel je je erkend.
4-Zelfstandigheid/zelfontplooiing/zelfbeeld:
Wanneer iemand
de zelfstandigheid kan realiseren die hij aankan is dat van grote invloed op diens
zelfbeeld. Het komt het zelfbeeld bijzonder ten goede. Op datgene wat je kunt, kun
je trots zijn.
5-Acceptatie:
Acceptatie is
een actief proces. Het is een voortdurend zich actief instellen op de belevingswereld
van de ander, op diens eigenheid en dan zodanig voorwaarde voor ontwikkeling en
verandering. Mocht dit laatste niet (meer) mogelijk zijn, dan is acceptatie als
middel niet meer voldoende, dan is het “het doel” van opvoeding en begeleiding geworden.
6-Gedragingen en hun betekenis:
Door de werkelijke
betekenis van gedrag te willen onderkennen, wordt de kans vergroot dat iemand zich,
met wat voor gedragingen dan ook, begrepen voelt. Op deze manier wordt de mens achter
het gedrag weggehaald en wordt hem recht gedaan.
7-Bescherming/veiligheid/geborgenheid:
Zelfactualisatie
door onmisbare begrippen als acceptatie en tolerantie vraagt om een groeibevorderende
omgeving. Een omgeving die beschermt, veiligheid biedt en waar je het gevoel krijgt
thuis te zijn. Er zijn mensen die op je wachten.
Het bieden van veiligheid is dan ook een onbetaalbaar zorgprincipe. Het ervaren
van veiligheid geeft je de kans je
met jezelf veilig te voelen en een evenwichtig zelf te ontwikkelen. Het is een voorwaarde
om op een adequate wijze in contact te treden met je omgeving. En je mogelijkheid
te geven tot zelfstandigheid.
8-Relaties:
Begeleiders
van mensen met een verstandelijke handicap gaan een relatie met hen aan. Het is
van immens belang hoe die relatie eruit ziet. De manier waarop je naar iemand kijkt,
geeft kleur aan de relatie die je met die persoon hebt. Dat ervaart en voelt die
persoon. Hij of zij reageert vervolgens
op die kijk en op dat gedrag. In feite zijn mensen vrijwel voortdurend relationeel
gericht. Ze verstrekken continu mededelingen over de aard van de relatie die ze
met de ander onderhouden door hun eigen gedrag.
SPW3 SPW4 en MZ Home