Visie en Attitude (Deel 1 Algemeen - kernbegrippen)


Bron:
titel:       visie en attitude (respectvolle bejegening van mensen met een verstandelijke handicap)
auteur:   Erik Bosch  uitgever: Nelissen/Baarn  ISBN:     90 244 1324 9

1-Normalisatie:

Het normalisatieprincipe houdt in dat aan mensen met een verstandelijke handicap leefpatronen en omstandigheden van het alledaagse leven beschikbaar worden gesteld, die zo dicht  mogelijk liggen bij of  dezelfde zijn als de gewone omstandigheden en leefpatronen in de samenleving. Mensen met een verstandelijke handicap moeten een leven kunnen leiden als ieder ander. Laten we zo gewoon mogelijk doen en slechts speciaal waar dat nodig is.

2-Integratie:

Mensen met een verstandelijke handicap hebben recht op een plaats in deze maatschappij en op een zo gewoon mogelijke deelname aan het maatschappelijk proces.

3-Emancipatie:

Een geëmancipeerd mens is een mondig mens. Mondig zijn houdt in dat je zelfstandig kunt beslissen, handelen en oordelen, dat je een keuze kunt en mag maken en dat je keuzevrijheid hebt. In een dergelijke situatie is zelfverantwoordelijke zelfbepaling gerealiseerd. In feite heb je gelijke rechten. Je mening doet er toe. Het is een eigen mening, de jouwe en daar wordt naar geluisterd, op een serieuze manier, een manier die jou recht aan doet. Wanneer je op een dergelijke manier wordt bejegend  voel je je erkend.

 4-Zelfstandigheid/zelfontplooiing/zelfbeeld:

Wanneer iemand de zelfstandigheid kan realiseren die hij aankan is dat van grote invloed op diens zelfbeeld. Het komt het zelfbeeld bijzonder ten goede. Op datgene wat je kunt, kun je trots zijn.

5-Acceptatie:

Acceptatie is een actief proces. Het is een voortdurend zich actief instellen op de belevingswereld van de ander, op diens eigenheid en dan zodanig voorwaarde voor ontwikkeling en verandering. Mocht dit laatste niet (meer) mogelijk zijn, dan is acceptatie als middel niet meer voldoende, dan is het “het doel” van opvoeding en begeleiding geworden.

6-Gedragingen en hun betekenis:

Door de werkelijke betekenis van gedrag te willen onderkennen, wordt de kans vergroot dat iemand zich, met wat voor gedragingen dan ook, begrepen voelt. Op deze manier wordt de mens achter het gedrag weggehaald en wordt hem recht gedaan.

 7-Bescherming/veiligheid/geborgenheid:

Zelfactualisatie door onmisbare begrippen als acceptatie en tolerantie vraagt om een groeibevorderende omgeving. Een omgeving die beschermt, veiligheid biedt en waar je het gevoel krijgt thuis te zijn. Er zijn mensen die op je wachten. Het bieden van veiligheid is dan ook een onbetaalbaar zorgprincipe. Het ervaren van veiligheid geeft  je de kans je met jezelf veilig te voelen en een evenwichtig zelf te ontwikkelen. Het is een voorwaarde om op een adequate wijze in contact te treden met je omgeving. En je mogelijkheid te geven tot zelfstandigheid.

8-Relaties:

Begeleiders van mensen met een verstandelijke handicap gaan een relatie met hen aan. Het is van immens belang hoe die relatie eruit ziet. De manier waarop je naar iemand kijkt, geeft kleur aan de relatie die je met die persoon hebt. Dat ervaart en voelt die persoon. Hij of zij reageert  vervolgens op die kijk en op dat gedrag. In feite zijn mensen vrijwel voortdurend relationeel gericht. Ze verstrekken continu mededelingen over de aard van de relatie die ze met de ander onderhouden door hun eigen gedrag.

 


     SPW3 SPW4 en MZ  Home